Het Jungle Avontuur van de Familie Boon
Blijf op de hoogte en volg Joyce
04 December 2013 | Costa Rica, San José
Het leek me wel weer tijd voor een nieuw verhaaltje dus terwijl jullie je dikke winterjasje uittrekken, hem over de verwarming plaatsen en je handjes panisch samenwrijven om weer gevoel in de vingers te krijgen, veeg ik het zweet nog eens van mijn voorhoofd, zet de ventilator nog een standje hoger en neem een slok van mijn koele sapje. Ik zou zeggen, zet een lekker kopje thee, schuif die sloffen om je bevroren voetjes en geniet (of niet).
Zoals ik vorige keer dus vertelde, zouden mijn ouders dat weekend in Costa Rica aankomen. Zondagavond landde het vliegtuig en nadat ze een taxi hadden gepakt naar het hotel belden ze mij nog even om te laten weten dat ze veilig aangekomen waren.
Die maandag moest ik natuurlijk braaf naar kantoor toe maar ik zou vader en moeder rond een uur of 11 ophalen bij het hotel om ze mijn werk te laten zien en samen wat te gaan lunchen. Zo gezegd, zo gedaan en na de lunch moest ik weer hard aan het werk. De Boontjes Senior werden Escazú ingestuurd om de buurt te verkennen en om vier uur gingen we maar naar mijn huisje. Het eerste waar mijn vader aan dacht was natuurlijk weer bier dus namen we een omweg via de supermarkt om daar wat in te slaan. Hij kon z'n geluk niet op want, zei hij, 'Deze DUITSE bieren kun je in Nederland niet eens krijgen!' Nou, Koos...
Ik verwachtte dat het een beetje vreemd zou zijn ze weer te zien na zo'n lange tijd maar eerlijk gezegd voelde het alsof ze me gisteren nog uitzwaaiden op schiphol. Als de einstreep in zicht komt realiseer je je pas hoe snel de tijd voorbij is gevlogen.
Na twee dagen vertrokken Koos en Mir dan in hun gehuurde jimmy 4wheel-drive richting vulkaan nummer 1 en mocht ik nog even zwoegen achter de computer. Gelukkig had ik vrijdag vrij gekregen om het weekend met hen in Montezuma te spenderen. Ik nam de bus vanuit San José naar Puntarenas om daar opgewacht te worden door meneer en mevrouw Boon en een stinkende zwerver in de Jimmy.
Zonder zwerver beklommen we de boot en na een prachtig tochtje van 1,5 uur door de golf van Nicoya arriveerden we in Pacuera, waar we de route zouden vervolgen naar Montezuma. De rit verliep voorspoedig voor de eerste paar kilometers, tot de weg ineens besloot op te houden en we gedwongen werden door te gaan over een onverharde weg met meer gaten erin dan in het gebit van een gemiddelde brit, die zo diep waren als het decolleté van Kim Holland. Vaders Boon en ik konden er de lol wel van inzien maar Moeder Boon vond het maar helemaal niets dat ze zowat de auto uit hobbelde. Gelukkig was het weer goed en uiteindelijk aangekomen bij ons huisje voor het komende weekend kon niets ons iets meer maken. Casa Colores was een klein stukje land middenin het regenwoud met felgekleurde huisjes op palen verspreid over het terrein. Ons werd een rood huisje met blauwe luiken toegwezen (ondanks ons stille hopen op een roze) en nadat we uitgepakt hadden sprongen we de auto maar weer in om in het dorpje vast wat boodschappen te halen.
Na de auto volgeladen te hebben, wilden we maar ergens wat gaan drinken. Het was tenslotte nog maar 3 uur en prachtig weer. We kozen een tentje uit recht op het strand en we zaten nog niet in onze stoelen en de hel barstte los; het begon zo hard te regenen dat binnen 15 minuten het hele strand veranderd was in één grote rivier die de weg zocht naar de zee en alles op zijn weg verwoesste. Wij waren verbijsterd want het regenseizoen was hier al voorbij dus het moest nu toch wel een keertje afgelopen zijn. We wilden de bui afwachten maar toen na ruim anderhalf uur het strand dan écht helemaal verdwenenn was, besloten we toch maar naar ons huisje te rijden om daar, onder het afdakje de rest van de middag en avond te spenderen. Gelukkig hadden we al boodschappen gedaan dus werd er een overheerlijke camping-pasta in elkaar geflanst met worstjes, ham, pasta en een pot kant-en-klare saus. Onder het genot van een biertje en een wijntje zaten we daar dan buiten, hopend dat de wolken snel leeg zouden zijn. Niets was minder waar. Naast regen begon het nu ook te onweren en door de bergen kon zo'n klap wel secondenlang doorknallen. Voor vaders en mij een waar spektakel maar voor moeders mocht het maar snel weer ophouden. Helaas werden haar wensen niet gehoord; de hele nacht had het woest gestormd op ons golfplaten dakje en ook de volgende ochtend was het nog aan de gang. Onze plannen om naar het strand te gaan werden van tafel geveegd maar om toch nog iets van ons weekend te maken stapten we in de auto om richting Mal País en Santa Teresa te rijden. Mal País is één van de populairste surfplekken in Costa Rica en het strand van Santa Teresa is waar de George Clooney's van de wereld hun vakantie spenderen. Aangezien het geen strand en/of surfweer was, wilden we maar wat rondrijden langs de kust. Het dorpje is tenstlotte zo klein dat zelfs ik de weg er nog kan onthouden en met dit weer moest ook George iets anders zien te vinden om zichzelf te vermaken. We waren er heilig van overtuigd meneer Clooney vandaag tegen te komen. Bij gebrek aan beter entertainment hingen we maar uit de autoraampjes, lokroepen bleerend in de hoop de beste man te lokken maar helaas, we hebben hem niet kunnen vinden. Wél stopte het zo'n kwartiertje met regenen waardoor we eventjes het strand op liepen om het uitzicht te bewonderen. Ik kan wel zeggen dat het echt bijzonder mooi is daar en mocht ik nog een keer terugkomen in Costa Rica, zou ik zeker de Peninsula nog een keertje bezoeken. Hopelijk met beter weer dan.
Zondagochtend ging de wekker weer vroeg, mijn ouders zouden namelijk de reis vervolgen richting Manuel Antonio en ik moest weer naar huis om maandag weer te gaan werken. Na weer een nacht vol regen verwachtte ik deze ochtend weer niets anders maar natuurlijk scheen de zon volop en was er geen wolkje aan de lucht te spotten. Just our luck.
Hopelijk hadden we dat volgende weekend iets meer mazzel. In Puerto Viejo regent het namelijk nooit dus kwamen de Boontjes me bij m'n huisje ophalen om richting de Caribische kust te rijden om Sofie ook een bezoekje te brengen. Moeders had me verteld zo rond een uur of 10 bij mij te zijn dus ik zette mijn wekker om 9 uur. Ik kon wel merken dat ik deze luxe niet meer gewend ben en werd om 8 uur wakker. Toen ik mezelf naar beneden sleepte voor een ochtendsigaretje hoorde ik toch plots geschreeuw buiten. Dat ordinaire gebléér kon alleen maar Hollandse glorie zijn en inderdaad: daar stond de familie al, klaar om te gaan. Verbaasd vroeg mijn moeder waarom ik nog niet aangekleed was, zich er niet van bewust dat ze twee uur te vroeg waren. We dronken nog even een bakkie leut die de schoonmaakster eigenlijk had gemaakt voor mijn huisbaas die toch nog lag te snurken en stapten in de auto.
Natuurlijk lijkt het me onnodig om het nog te vermelden maar natuurlijk: we waren er nog geen half uur en het begon te regenen als een malle daar in Puerto Viejo.
We besloten onze parapluutjes maar weer open te trekken en met z'n vieren wat te gaan drinken in town. Na een paar drankjes hielden de Boontjes senior het alweer voor gezien en stampten Sofie en ik gezellig door naar de volgende tent.
Rond een uurtje of 2 en een glaasje of wat, bevonden we ons met z'n drieën op een geleende fiets die ons naar de volgende bestemming zou brengen. Het moment dat ik van het bagagerek af wilde springen, sprong ik echter mijn schoen stuk en daar sta je dan. Het was geen optie zonder schoenen naar binnen te gaan aangezien 'binnen' hier meer iets betekend als 'middenop het strand' en er nog wel eens een flesje of twee stuk wordt gegooid. Gelukkig kwam daar mijn reddende engel aan: een Nicaraguaantje van zo'n 1.50, die tevens ook een goede vriend van Sofie is, schopte zijn slippers voor mijn voeten uit, zei dat ik die aan moest doen en voordat ik kon protesteren huppelde hij op zijn blote voetjes weg.
Nu zou je dus denken: 'Nu kan er echt niets meer mis gaan met die voeten van Joyce'. Maar dat heb je mis.
Het leek me namelijk een uiterst best idee om, tijdens de wandeling naar huis, door de zee te strompelen tot ik op een rotsenmassa stootte. Nu geven echte bikkels niet op, dus nam ik mijn nieuwe slippertjes in de hand om erover heen te klimmen. Wat ik me op dat moment niet realiseerde wegens een gebrek aan straatlantaarns, was dat deze 'rotsen' meer leken op puntige wapens der massavernietiging, speciaal ontworpen door Mr. Satan himself, maar helaas was het toen al te laat. In het proces proberend de overkant te bereiken viel ik ook nog eens een keer waardoor ik de volgende dag kon spenderen met mijn voetjes en hand gewikkeld in verband. Gelukkig is er niets dat een koud biertje niet kan fixen, dus na een vers nieuw paar slippers op zak gingen we nog even met z'n viertjes uit eten voordat mijn ouders de volgende dag weer door zouden reizen en ik weer de bus mocht pakken naar mijn eigen San José.
Ondertussen is het werkleven nog steeds prima uit te houden. Soms kan een dag lang duren en soms gebeurd er meer dan anders. Zo ook twee weken geleden, toen ik nietsvermoedend mijn sigaretje aan het roken was, druk bezig met mijn telefoon en terwilj het zonnetje op mijn kop scheen. Ik was zo gebiologeerd kattenplaatjes aan het bekijken dat ik dus ook niet doorhad dat er ineens een gestalte voor me stond. Ik keek schaapachtig op toen ik zacht 'hola' hoorde en ik verstarde gelijk toen ik tot mijn schrik realiseerde dat de garageman voor mijn neus stond (trouwe blogvolgers weten over wie ik het heb; die ene die vroeg wanneer 'zijn blondje weer gaat roken'). Uiterst nerveus stelde hij zichzelf voor met een zoen op mijn wang en ongemakkelijk vroeg hij of ik Spaans sprak. Ik antwoordde 'een beetje' en ik kon enige opluchting in zijn gezicht bespeuren. Hij reikte me een snickers aan en met mijn gebrekkig Spaans meende ik te horen dat hij iets zei in trend van 'ik ben Marco en ik heb een snickers voor je, ik moet nu weer gaan'. vervolgens kreeg ik weer een zoen op mijn wang en weg was ie. Ik hoop althans dat dat was wat hij zei want anders had ik zijn snack gestolen.
Mijn collega's stonden al lang en breed gierend achter de deur en nog een beetje overdonderd ging ik weer naar binnen, mijn chocolade opeten.
Nog geen week later had het broertje van mijn bazin mijn telefoonnummer met hem geruild voor een gratis APK en zo kreeg ik de volgende dag al een smsje. Ik begrijp er niet heul veel van, aangezien hij in een soort Spaans sms taaltje praat, waardoor ik er dus ook helemaal niets aan heb om het in Google Translate te pleuren. Desondanks heb ik dus nu zaterdag een date met meneer marco garage.
De Grote Grap is nu natuurlijk dat de beste knaap geen woord Engels spreekt en mijn Spaans één groot dramaspektakel is dus ik ben erg benieuwd hoe dat gaat zijn. Daarnaast ben ik één grote verschrikking als het om daten gaat dus we zullen zien.
Er gebeuren natuurlijk ook minder leuke dingen hier in het glorieuze San José. Vorige week lag ik in mijn bed, diep in dromeland, tot ik bruut gewekt werd door een huisgenoot die buiten als een complete, dronken idioot buiten aan het blééren was om helemaal niets. Toen de deur openging merkte ik helaas dat hij niet alleen was; een stampende groep van minstens 20 asociale, schreeuwende, bezopen tokkies kwamen binnenrollen om me voor de komende paar uur nog niet met rust te laten. Overal door het huis liepen mensen, muziek werd opgezet en ik vermoed dat er nog meer werd gezopen. Ik dacht er niet zo veel van, en liet het wat het was; ik gunde de beste knul ook best een keer z'n feestje.
Het was helaas niet tot s'ochtends vroeg dat ik ontdekte dat gewoon bruut beroofd was! Toen ik in de vroege, zware ochtend mezelf nog enigszins aantoonbaar wilde maken, greep ik al mis op mijn plank in de badkamer. Mijn toilettas was weg. Mijn toilettas, met al mijn make up, creme's, zeepjes, parfum en noem maar op, was gewoon verdwenen. En dat niet alleen: ook mijn bodylotions waren weg, mijn gezichtsmaskers, een fles gezichtsscrub en mijn nieuwe aftersun waren gestolen. Deze cheap-ass ghetto sloerie had gewoon een complete rooftocht in mijn badkamer gehouden, waar ze in eerste instantie al helemaal niets te zoeken had! Ik was natuurlijk furieus op mijn huisgenoot, die deze dievegge binnen had gelaten en besloot hem wakker te maken om te eisen dat hij het terug zou halen. Helaas lag meneer natuurlijk allang op 1 oor, zo knock-out dat het zelfs voor kingkong met een fufuzela onmoglijk was hem wakker te maken, dus ging ik eerst even langs bij mijn huisbaas om mijn beklag te doen voordat ik weg moest om te werken. Hij zei me dat hij wel even met mijn huisgenoot zou gaan praten, hij was namelijk ook niet zo blij aangezien hij zelf afgelopen nacht nog dronken feestgangers naar huis heeft moeten brengen die te dronken waren zelf nog een taxi te bellen.
Gelukkig schaamde mijn huisgenoot zich ontzettend en heeft mijn nieuwe spullen vergoed en ben ik nu trotse eigenaresse van een gloednieuwe walmart toilettas.
Als je denkt dat het niet nog erger gesteld kan zijn met je huisgenoten, krijg je er weer een nieuwe bij: een 52-jarige Amerikaan die hier is voor z'n 'tanden'. Voor hoelang hij hier is en wat hij doet is één groot mysterie. Hij weet wel de grootste hoerentent van San José aan te wijzen maar weigert aan te nemen dat Costa Rica gén eiland is, hoe vaak we het ook zeggen. Hij blijft mij ook maar 'Julie' noemen terwijl ik hem al meerdere malen heb verbeterd en eergisteren heeft hij van één of andere gap op straat voor 350 Dollar aan munten gekocht, waarvan hij overtuigd was dat ze veel geld waar waren. Achteraf gezien bleken ze samen maar 2 Dollar waard, waar ik natuurlijk weer gul om heb gelachen.
Intussen heb ik mijn ouders alweer uitgezwaaid, zit mijn tijd er alweer bijna op hier in Costa Rica en sta ik ervan te kijken hoe snel de tijd is gegaan. Maar ik heb mezelf voorgenomen daar minstens de komende vier weken niet aan te denken.
Heel veel besos uit Costa Rica en tot gauw
-
04 December 2013 - 23:48
Mama:
Een leuk verhaal weer joyce. De tijd vliegt inderdaad dus geniet nog van dat prachtige land, en een gezellige date straks dikke kus mama
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley